compensatievakantie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pen·sa·tie·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord compensatievakantie compensatievakanties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de compensatievakantiev

  1. vakantie die dient om een tekort aan aandacht, buiten de vakanties om, goed te maken

Gangbaarheid