• com·mu·nis·ten·cel
enkelvoud meervoud
naamwoord communistencel communistencellen
verkleinwoord communistencelletje communistencelletjes

de communistencelv / m

  1. een kleine afgesloten groep samenwerkende communisten die in de illegaliteit werken
     Een samenzwering van Palestina-activisten en communisten die het democratische rechtssysteem willen ondergraven en de samenleving met geweld willen omverwerpen, een communistencel die de staatstelevisie heeft geïnfiltreerd en overgenomen et cetera et cetera. Niet alleen in de grootste krant van het land, de meeste media zullen zich aansluiten bij dit soort invalshoeken en de publiciteit zou je project torpederen.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149