Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·mer·cio
enkelvoud meervoud
comercio comercios

Zelfstandig naamwoord

comercio m

  1. handel, commercie
  2. zaak, winkel

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
comerciar

comercio

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van comerciar