comerciar
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- co·mer·ciar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
comerciar |
comerciaba |
comerciado |
volledig |
Werkwoord
comerciar
- onovergankelijk handelen, handel drijven, verhandelen, zaken doen
Verwante begrippen
Synoniemen
- [1] vender
Verwijzingen
- comerciar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española