combinatievoetbal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  combinatievoetbal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• com·bi·na·tie·voet·bal

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  combinatie zn  en  voetbal zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	combinatievoetbal
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het combinatievoetbal o

1. (voetbal) spel waarbij de bal met een hoge freqauentie over kleine afstanden tussen de verschillende spelers wordt gespeeld

   ▸ Over het stadion kan Mulder, die twintig jaar geleden met Schalke de UEFA Cup won, ook wel wat vertellen. "Het zal een behoorlijke heksenketel zijn in Gelsenkirchen. Op het veld kun je goed, technisch combinatievoetbal spelen. Dat zou Ajax moeten liggen. Maar ze moeten wel zorgen dat ze vaak de bal hebben, dus dat Schalke veel moet lopen. Anders maken ze er een fysieke strijd van."

   ▸ "We speelden 4-3-3, op de helft van de tegenstander, combinatievoetbal, pressievoetbal", beschrijft Adriaanse. "Vaak offerde ik in de eindfase een verdediger op voor een extra spits om toch nog te winnen. Dan wisselde ik Sami Hyypiä en stond het stadion in brand. Als dat maar goed gaat, dacht men."

Gangbaarheid

• Het woord combinatievoetbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.