Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·a·li·tie·be·raad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coalitieberaad coalitieberaden
verkleinwoord coalitieberaadje coalitieberaadjes

Zelfstandig naamwoord

het coalitieberaado

  1. overleg tussen verschillende politieke partijen die in de regering zitten
    • Er was een coalitieberaad nodig tussen Rutte en Samson. 

Gangbaarheid