Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • club·te·nue
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clubtenue clubtenues
verkleinwoord clubtenuetje clubtenuetjes

Zelfstandig naamwoord

het clubtenueo

  1. (sport) kleding die hoort bij één bepaalde sportclub, het kan hier gaan om kleding die gedragen wordt tijdens het sporten maar het kan ook gaan om kleding die buiten het sportveld wordt gedragen
     Jarenlang stond het in het Huishoudelijk Reglement van USHC: "Het clubtenue bij wedstrijden bestaat voor mannen uit een broekje, en vrouwen dragen een rok".[1]
     Leden van voetbalclub KSK 's-Gravenwezel, waarvan Van Espen een tijd lid was, droegen een clubtenue. Buiten de kerk konden aanwezigen iets in het rouwregister schrijven.[2]
     Het gaat om zeven leden van het communicatieteam van PSV. Zij liepen in het oude centrum van de Kroatische stad toen zij werden belaagd. Ze waren niet gekleed in het clubtenue. Twee van de medewerkers kregen klappen en raakten (licht) gewond.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Rokje voor vrouwen niet langer verplicht bij Utrechtse hockeyclub” (Maandag 20 september 2021, 22:48), NOS
  2.   Weblink bron “Uitvaart Julie van Espen massaal bezocht” (Zaterdag 18 mei 2019, 17:19), NOS
  3.   Weblink bron “Medewerkers PSV aangevallen in Kroatië” (Donderdag 3 augustus 2017, 10:35), NOS