cliniclown
- Geluid: cliniclown (hulp, bestand)
- cli·ni·clown
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cliniclown | cliniclowns |
verkleinwoord |
de cliniclown m
- speciaal opgeleide clown die optreedt in een (kinder)ziekenhuis om de zieken op te vrolijken of af te leiden van hun ziekte
- ▸ Vandaag bezoeken de CliniClowns in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht het miljoenste zieke kind. Hanneke Hessels – clown Hansje – is al ruim twintig jaar CliniClown. Ze vertelt over het vak.[2]
- clown in de zorg in het algemeen die probeert zieken op te vrolijken of af te leiden van hun ziekte
- ▸ Vanmorgen heeft een groepje kinderen van de Kingschool uit Denekamp hier liedjes gezongen. Op andere momenten komt een cliniclown langs. Dat vinden de bewoners prachtig”, vertelt Miranda Kamphuis.[3]
- [1] ziekenhuisclown
- Het woord cliniclown staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ cliniclown op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “'Als CliniClown ben je niet bezig om leuk te zijn, hè'” (04-11-2015), NOS
- ↑ Weblink bron Ben Lensink“Eekmanhof: hofje met zorg hartje Denekamp; ‘Lustrumfeest met oneindige slinger van handjes’” (29-06-2021), Tubantia