• claxon·na·de
enkelvoud meervoud
naamwoord claxonnade claxonnades
verkleinwoord

de claxonnadev

  1. luid en aanhoudend getoeter
74 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be