• cla·ris·se
  • afgeleid van Clara met het achtervoegsel -is
enkelvoud meervoud
naamwoord clarisse clarissen
verkleinwoord - -

de clarissev

  1. (religie) kloosterlinge van de orde van St.-Clara opgericht door Clara van Assisi (1194-1253)
53 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be