civisme

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  civisme    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ci·vis·me

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van civil met het achtervoegsel -isme

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	civisme	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het civisme o

1. burgerzin

Hyponiemen

• incivisme

Gangbaarheid

• Het woord civisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "civisme" herkend door:

46 %	van de Nederlanders;
65 %	van de Vlamingen.