Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cir·cus·tent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord circustent circustenten
verkleinwoord circustentje circustentjes

Zelfstandig naamwoord

de circustentv / m

  1. een tent waarin een circusvoorstelling gehouden wordt of kan worden, of een tent die elders in een circus gebruikt wordt
    • De circustent werd met tien mensen opgezet. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be