Nederlands

 
chrysant
 
gestileerde chrysant zegel van keizer van Japan
Uitspraak
Woordafbreking
  • chry·sant
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plantensoort’ voor het eerst aangetroffen in 1773 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord chrysant chrysanten
verkleinwoord chrysantje chrysantjes

Zelfstandig naamwoord

de chrysantv / m

  1. (bloemplanten) een geslacht Chrysanthemum   uit de composietenfamilie (Asteraceae of Compositae). De naam is een samenstelling van de Oudgriekse woorden χρυσός (khrusós), 'goud' en ἄνθεμον (ánthemon), 'bloem'
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen