charedi
- cha·re·di
- cha·re·di
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'godvrezend' [1]
- Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | charedi | charediem charedim |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) strikt orthodoxe jood
charedi
- (Jiddisch-Hebreeuws) strikt orthodox-joods
- Het woord 'charedi' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.