1. Een ceviche van karper, opgediend in een restaurant.
  • ce·vi·che
enkelvoud meervoud
naamwoord ceviche ceviches
verkleinwoord - -

de cevichev

  1. (kookkunst) oorspronkelijk Zuid-Amerikaans gerecht met stukken rauwe vis, in citroensap geweekt en met kruiden op smaak gebracht
     Ook de roodbaars is met zijn rood-roze glanzende huid een knappe vis, zoals Schreuder hem beschrijft. "De geur en de smaak zijn net iets sterker dan die van kabeljauw. Vanwege het rozige vlees ziet hij er als ceviche prachtig uit. (…)"[1]
  1.   Weblink bron
    Mirjam Bedaf
    “Onbekend maakt onbemind: leg eens andere vis dan zalm of haring op je bord” (29 september 2022) op nu.nl