centenaar
- cen·te·naar
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘gewichtseenheid van 100 kg’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
- afgeleid van het Latijnse centum (honderd) met het achtervoegsel -enaar [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | centenaar | centenaars |
verkleinwoord | - | - |
- honderd kilogram
- Het woord centenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "centenaar" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "centenaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ centenaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be