cellshop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cell·shop
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels, uit het Surinaams - Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cellshop | cellshops |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de cellshop m
- (communicatie) (economie) winkel waar men mobiele telefoons kan kopen
Gangbaarheid
- Het woord cellshop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.