• cel·len·te·kort
enkelvoud meervoud
naamwoord cellentekort cellentekorten
verkleinwoord

het cellentekorto

  1. situatie dat er meer veroordeelden zijn die opgesloten dienen te worden dan dat er gevangeniscellen zijn
     Als een autokraker op heterdaad wordt betrapt, staat hij eerder weer buiten in de Warmoesstraat dan de eigenaar die binnen aangifte heeft gedaan. En dan die psychopaat, die verkrachter van zwangere vrouwen. die vruchtvliezenbreker. Cellentekort, zeggen ze dan.[1]
     In Tilburg zitten al een paar jaar Belgische gevangenen opgesloten. Ook onze zuiderburen kampen namelijk met een cellentekort. Tot nu toe heeft Nederland alleen met België en Noorwegen verdragen om gevangenen over te nemen.[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Nederlandse cipiers krijgen Noorse les” (17-08-2015), NOS