vervoeging van
celar

cele

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van celar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van celar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van celar


  • ce·le

cele

  1. datief enkelvoud van cela
  2. locatief enkelvoud van cela
  • Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord celý met het achtervoegsel -e

cele

  1. heel