Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·te·raar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van cateren met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord cateraar cateraars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cateraarm

  1. iemand die op professionele wijze eten en drinken verzorgt op een bijeenkomst
    •  

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be