cartridge
- car·tridge
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘(inkt)houder’ voor het eerst aangetroffen in 1981 [1]
- leenwoord uit het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cartridge | cartridges |
verkleinwoord |
- inktpatroon voor een printer
- De inktjetprinter was heel erg goedkoop, maar de cartridges zijn vreselijk duur.
- patroon voor een geweer of pistool
- (informatica) uitwisselbare informatiedrager voor een computer
- Ik heb een nieuwe spelcartridge voor mijn computer gekocht.
- Het woord cartridge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cartridge" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cartridge" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cartridge op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be