carotine
- ca·ro·ti·ne
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carotine | |
verkleinwoord |
- (voeding) (biologie) (scheikunde) oranje of gele kleurstof die voorkomt in planten zoals peen
- ▸ Verse groenten en fruit bevatten de vitamine C die het immuunsysteem van het lichaam versterkt, terwijl beta carotine, dat je terugvindt in veel groenten en salades, goed is voor de slijmvliezen die in deze tijd van het jaar worden geteisterd door de droge, warme lucht in woningen en kantoren.[2]
- Het woord carotine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "carotine" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ carotine op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Kippensoep als wapen tegen griep en verkoudheid” (24/12/2001), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be