• car·dio
  • uit het Grieks
enkelvoud meervoud
naamwoord cardio cardio's
verkleinwoord

het cardioo

  1. (sport) (medisch) duurtraining die vooral gericht is op het in goede conditie houden van hart en longen
     Hij is een van de bekendste Nederlandse fitfluencers, met honderdduizenden volgers op Instagram en TikTok. Daar vertelt hij gedetailleerd welke vorderingen hij maakt: droogtrainen: 8 weken geleden: 107 kilo, vandaag 98,5 kg. Hoe hij dat doet: 6x40 minuten cardio per week, 6x1,5 uur krachttraining per week, 5/6 keer per dag gezond eten. Geen snoep/chips/fastfood/sausjes etc. En dat jij dat ook kan: "Als jij wil afvallen, dat kan dat gewoon! Alleen je moet er wel wat voor doen, als je thuis op de bank blijft zitten, gaat er niks gebeuren."[1]
     In januari werd Dicke geopereerd aan haar teen en inmiddels gaat ze met kleine stapjes vooruit. "Ik ben eindelijk weer aan het bewegen. Ik doe veel cardio en krachttraining. Mijn eerste doel is nu om weer te kunnen rennen. Ik denk dat dat eind mei wel kan. Dan kan ik hopelijk eind in juli of augustus weer bij SCHC aansluiten."[2]
     De minister vroeg ook naar luchtverversingssystemen in de sportscholen in verband met mogelijke besmettingen via aerosolen. Hierop hebben de sportscholen het protocol verantwoord sporten op een aantal onderdelen verduidelijkt. "Een bepaald aantal type trainingen zal wellicht de komende tijd niet mogelijk zijn in een fitnessclub, maar individuele krachttraining, cardio en groepslessen als yoga hoeven volgens ons geen probleem te zijn."[3]
  1.   Weblink bron
    Maxime de Vries en Steef Bouwman
    “Zes keer per week trainen: hoe tieners 'gefitfluenced' worden” (Woensdag 13 april 2022, 19:37), NOS
  2.   Weblink bron “Hockeyster Dicke won EK-goud, maar staat nu een jaar stil: 'Te lang doorgelopen'” (Zondag 27 maart 2022, 09:40), NOS
  3.   Weblink bron “Sportscholen hopen op goed nieuws na corona-leegloop” (Maandag 25 mei 2020, 18:34), NOS