capitulant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: capitulant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ca·pi·tu·lant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van capituleren met het achtervoegsel -ant [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | capitulant | capitulanten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de capitulant m
- onderhandelaar over een capitulatie
Gangbaarheid
- Het woord 'capitulant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.