canada
Niet te verwarren met: Canada |
- ca·na·da
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | canada | canada's |
verkleinwoord |
de canada m
- Populus × canadensis verkorting voor canadapopulier
- Veel zaailingen die in natuurgebieden spontaan opkomen blijken geen ‘zuivere’ Zwarte populier, maar hybrides van de Zwarte populier (Populus nigra) en de gecultiveerde Canadapopulier (Populus × canadensis). [2]
- Het woord canada staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "canada" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Marianne Heselmans 16 september 2008 De populierruis klinkt nu Canadees
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be