campingleven

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  campingleven    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cam·ping·le·ven

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  camping zn  en  leven zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	campingleven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het campingleven o

1. de manier van leven zoals men dat doet als men aan het kamperen is
2. alle sociale interacties op een camping

   ▸ In Nederland kun je er, zeker 's zomers, bijna niet omheen: de caravan. In China is die caravan een bezienswaardigheid. Nu Chinezen uit de middenklasse meer te besteden hebben en ook vaker vrije dagen kunnen opnemen, kan het niet lang meer duren, of ook daar gaat het campingleven ontstaan. Denkt althans een grote Nederlandse caravanfabrikant.

Gangbaarheid

• Het woord 'campingleven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.