camp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- camp
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vulgair, banaal, kitscherig’ voor het eerst aangetroffen in 1966 [1]
- afkomstig uit het engels
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | camp | ||
verbogen |
Bijvoeglijk naamwoord
camp
- hip doordat het eigenlijk lelijk of ouderwets is
Gangbaarheid
- Het woord camp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "camp" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "camp" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
camp