cactee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cac·tee
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cactee | cacteeën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) Cactaceae aan droge omstandigheden aangepaste vetplant behorend tot de cactusfamilie
Synoniemen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cactee" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
14 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be