buurvolk
- buur·volk
- samenstelling van buur zn en volk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buurvolk | buurvolken buurvolkeren |
verkleinwoord | buurvolkje | buurvolkjes |
het buurvolk o
- de mensen die leven in een buurland
- ▸ Dergelijke foto's kwamen de Duitsers natuurlijk ook goed uit. Maar al te graag wilden de nazi's de verbroedering met het buurvolk tonen. Duitse militairen werden daarom ook aangemoedigd foto's te maken. Het was bovendien goed voor de beeldvorming thuis.[1]
- Het woord buurvolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Lambert Teuwissen“Duitse oorlogskiekjes bieden uniek beeld van inval” (Vrijdag 2 februari 2018), NOS