• burl
vervoeging van
burlen

burl

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van burlen
    • Ik burl. 
  2. gebiedende wijs van burlen
    • Burl! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van burlen
    • Burl je? 


  • burl
enkelvoud meervoud
burl burls

burl

  1. knoest op boomstam
  2. knoest in hout