• bur·ger in
vervoeging van
inburgeren

burger (…) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inburgeren
    • Ik burger in. 
  2. gebiedende wijs van inburgeren
    • Burger in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inburgeren
    • Burger je in?