Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bu·reau·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bureaukosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bureaukostenmv [1]

  1. het geld dat men uitgeeft aan de administratieafdeling van een organisatie
     De totale kosten voor de afhandeling van het misbruik zijn volgens NRC Handelsblad voor de kerk gestegen tot bijna 60 miljoen euro. Daarbij zijn de juridische kosten, de bureaukosten en mogelijk misgelopen inkomsten uit collectes niet meegenomen.[2]
     Ook de PvdA wijst erop dat de toenemende opbrengsten voor corporaties de komende jaren zullen leiden tot meer investeringen in huurwoningen. Volgens de regeringspartij accepteert het waarborgfonds de veel te hoge bureaukosten van de corporaties ten onrechte als een gegeven.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Veel geheime schikkingen over seksueel misbruik RK Kerk” (Zaterdag 19 maart 2016, 07:19), NOS
  3.   Weblink bron “Veel minder nieuwe huurwoningen” (Donderdag 16 mei 2013, 12:57), NOS