bureaublad
- Geluid: bureaublad (hulp, bestand)
- bu·reau·blad
- samenstelling van bureau zn en blad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bureaublad | bureaubladen |
verkleinwoord | bureaublaadje | bureaublaadjes |
het bureaublad o
- is letterlijk het bovenste blad van een bureau,
- Hij had veel rommel op zijn bureaublad.
- ▸ Ik haalde mijn MacBook uit zijn etui en legde hem rechts op het bureaublad. Ik sloot de netwerkvoeding aan op het stopcontact.[1]
- ▸ En dat was op het hoofdkantoor een vies woord dat moeiteloos kon wedijveren met 'lage bezettingsgraad' of 'marginale winst'. Hij roffelde kort met de vingernagels van zijn rechterhand op het bureaublad.[2]
- de bureaumetafoor van een grafische gebruikersinterface van een computersysteem
- Het woord bureaublad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 19
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2