bulharské
bulharské
- IPA: /bʊlɦarskɛː/
- bul·har·ské
bulharské
- nominatief onzijdig enkelvoud van bulharský
- genitief vrouwelijk enkelvoud van bulharský
- datief vrouwelijk enkelvoud van bulharský
- accusatief onzijdig enkelvoud van bulharský
- vocatief onzijdig enkelvoud van bulharský
- locatief vrouwelijk enkelvoud van bulharský
- nominatief onbezield mannelijk meervoud van bulharský
- nominatief vrouwelijk meervoud van bulharský
- accusatief bezield mannelijk meervoud van bulharský
- accusatief onbezield mannelijk meervoud van bulharský
- accusatief vrouwelijk meervoud van bulharský
- vocatief onbezield mannelijk meervoud van bulharský
- vocatief vrouwelijk meervoud van bulharský