Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bul·de·raar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van bulderen met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord bulderaar bulderaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bulderaarm

  1. iemand die hard schreeuwt
    •  
  2. een sterke wind die door dichters als een persoon wordt aangeduid

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be