buitenwand
- Geluid: buitenwand (hulp, bestand)
- bui·ten·wand
- samenstelling van buiten en wand [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenwand | buitenwanden |
verkleinwoord | buitenwandje | buitenwandjes |
de buitenwand m
- de buitenzijde van bijvoorbeeld een gebouw of schip
- Het gesteggel tussen GULF en museum Guggenheim is al jaren oud, maar bereikte vorige maand een hoogtepunt toen de activisten van GULF op de buitenwanden van het markante museumgebouw aan Fifth Avenue portretten projecteerden van directie en trustees, afgewisseld door slogans als: „You broke trust”. En: „1% museum”. [2]
- Het woord buitenwand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitenwand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Pieter van Os 12 mei 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be