buitenshuis
- Geluid: buitenshuis (hulp, bestand)
- bui·tens·huis
- samenstelling van buiten en huis met het invoegsel -s-
buitenshuis
- niet binnen maar buiten het (eigen) huis, in een ander gebouw of woning
- Het woord buitenshuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitenshuis" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be