buikzwam
- buik·zwam
- samenstelling van buik en zwam [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buikzwam | buikzwammen |
verkleinwoord | buikzwammetje | buikzwammetjes |
- (schimmels) zwam bestaande uit een ronde tot eivormige zak waarvan de sporen zich in een gesloten vruchtlichaam ontwikkelen dat scheurt bij aanraking of wanneer het rijp is
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord buikzwam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.