brushleer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brush·leer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brushleer | brushleren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het brushleer o
- geruwd leer
Gangbaarheid
- Het woord brushleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brushleer" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ brushleer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be