• brun·svidd
Naar frequentie
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud brunsvidd
o enkelvoud brunsvidd
meervoud brunsvidde
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
brunsvidde

brunsvidd

  1. bruingebrand
    «Jeg ser bussene med arbeidere komme til byggeplassene klokken seks om morgenen, fulle av slitne ansikter brunsvidd av solen.»
    Ik zie bussen met werknemers die om zes uur 's ochtends naar de bouwplaatsen gaan, vol met vermoeide gezichten en bruingebrand door de zon.
  2. zwart verbrand
  3. verschroeid of verdroogd en bruin geworden
    «Byen ligger som en oase midt i en forholdsvis brunsvidd del av California.»
    De stad ligt als een oase in het midden van een tamelijk bruin verschroeid deel van Californië.


  • brun·svidd
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud brunsvidd
o enkelvoud brunsvidd
meervoud brunsvidde
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
brunsvidde

brunsvidd

  1. bruingebrand
  2. zwart verbrand
    «Ei steikepanne med brunsvidd smør førte til brann i vifteanlegget på et kjøkken på Sola i 12-tida lørdag.»
    Een pan met zwart verbrande boter veroorzaakte zaterdagmiddag een brand in het ventilatiesysteem in een keuken in Sola.
  3. verschroeid of verdroogd en bruin geworden