brugkanaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: brugkanaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- brug·ka·naal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brug en kanaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brugkanaal | brugkanalen |
verkleinwoord | brugkanaaltje | brugkanaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
het brugkanaal o
Gangbaarheid
- Het woord 'brugkanaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.