brugconstructie
- brug·con·struc·tie
- samenstelling van brug zn en constructie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brugconstructie | brugconstructies |
verkleinwoord | brugconstructietje | brugconstructietjes |
de brugconstructie v
- de manier waarop een brug in elkaar zit; de manier waarop een brug gebouwd wordt
- ▸ In Servië werken 222 mensen aan een nieuwe brugconstructie. Slechts vijftig van hen zijn Servisch, de rest is Chinees.[1]
- Het woord 'brugconstructie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Een nieuwe zijderoute door de Balkan” (Woensdag 18 april 2018, 22:54), NOS