brouwzaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brouw·zaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van brouwen ww en zaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | brouwzaal | brouwzalen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een van de ruimtes van een bierbrouwerij
- ▸ De brouwzaal, de gistruimte en de koude lagering is al in gebruik. "We hebben twee weken stil gelegen en dat moeten we weer inhalen, dus was het zaak om zo snel mogelijk weer te beginnen met het brouwproces", zegt Nijhof.[1]
- ▸ De Antwerpse Brouw Compagnie, die vijf jaar geleden met het Seefbier een aloud Antwerps bier herintroduceerde, keert woensdag eindelijk ook fysiek terug naar Antwerpen. De brouwerij neemt een nieuwe brouwzaal in gebruik in het Noorderpershuis, een oude havensite op het Antwerpse Eilandje.[2]
Gangbaarheid
- Het woord brouwzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brouwzaal" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Marga Wind“Albergen nieuwe thuisbasis voor meest misdadige biertje” (11-05-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron aems“Brouwerij van Seefbier neemt langverwachte Antwerpse stek in” (25/07/2017), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be