Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • broks·ge·wijs
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van brok met het achtervoegsel -gewijs en met het invoegsel -s-.
stellend
onverbogen broksgewijs
verbogen broksgewijze
partitief broksgewijs

Bijvoeglijk naamwoord

broksgewijs

  1. per brok
    • De broksgewijze invoering van het plan. 

Gangbaarheid