brokkelden af
- Geluid: brokkelden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɔkəldə(n) ˈɑf / (4 lettergrepen)
- brok·kel·den af
- uit brokkelden (werkwoord) en af (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
afbrokkelen |
brokkelden (…) af
- meervoud verleden tijd van afbrokkelen
- Wij brokkelden af.
- Jullie brokkelden af.
- Zij brokkelden af.
- Wij brokkelden af.
- Het woord brokkelden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.