Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brengt bij·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijeenbrengen

brengt (…) bijeen

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenbrengen
    • Jij brengt bijeen. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenbrengen
    • Hij brengt bijeen. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijeenbrengen
    • Brengt bijeen! 

Gangbaarheid