breiden recht
- brei·den recht
vervoeging van |
---|
rechtbreien |
breiden (...) recht
- meervoud verleden tijd van rechtbreien
- Wij breiden recht.
- Jullie breiden recht.
- Zij breiden recht.
- Wij breiden recht.
- Het woord breiden recht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.