breedbeeldtelevisie

  • breed·beeld·te·le·vi·sie
1 enkelvoud meervoud
naamwoord breedbeeldtelevisie -
verkleinwoord - -
2 enkelvoud meervoud
naamwoord breedbeeldtelevisie breedbeeldtelevisies
verkleinwoord breedbeeldtelevisietje breedbeeldtelevisietjes

de breedbeeldtelevisiev

  1. (techniek) een vorm van beeldomroep waarin het beeld een 16:9 verhouding van breedte en hoogte heeft
    • De beeldkwaliteit van breedbeeldtelevisie is een stuk beter dan televisie met een 4:3 beeldverhouding. 
  2. een toestel dat [1] weergeven kan
    • Ik heb net een breedbeeldtelevisie gekocht.