breedbeeldtelevisie
- breed·beeld·te·le·vi·sie
- samenstelling van breedbeeld en televisie
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | breedbeeldtelevisie | - |
verkleinwoord | - | - |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | breedbeeldtelevisie | breedbeeldtelevisies |
verkleinwoord | breedbeeldtelevisietje | breedbeeldtelevisietjes |
de breedbeeldtelevisie v
- (techniek) een vorm van beeldomroep waarin het beeld een 16:9 verhouding van breedte en hoogte heeft
- De beeldkwaliteit van breedbeeldtelevisie is een stuk beter dan televisie met een 4:3 beeldverhouding.
- een toestel dat [1] weergeven kan
- Ik heb net een breedbeeldtelevisie gekocht.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord breedbeeldtelevisie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.