brandden af
- Geluid: brandden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbrɑndə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
- brand·den af
vervoeging van |
---|
afbranden |
brandden (…) af
- meervoud verleden tijd van afbranden
- Wij brandden af.
- Jullie brandden af.
- Zij brandden af.
- Wij brandden af.
- Het woord brandden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.