brand dicht
- Geluid: brand dicht (hulp, bestand)
- brand dicht
vervoeging van |
---|
dichtbranden |
brand (...) dicht
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtbranden
- Ik brand dicht.
- gebiedende wijs van dichtbranden
- Brand dicht!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtbranden
- Brand je dicht?
- Het woord brand dicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.